Eén op vijf architecten overweegt te stoppen, vooral vrouwen. Een signaal van een dieper cultuurprobleem.
Cartoon uit de jaren 1980 van Janis Goodman, ‘A is for Architect’. Bron: Matrix Open feminist architecture archive.
Vorige week hielden twee rapporten de architectuursector een spiegel voor. EquiLibre toonde hoe structurele overbelasting en een precair statuut velen aan het twijfelen brengen. Build It Together (RIBA/Fawcett Society) legde de diepgewortelde patronen van seksisme en uitsluiting bloot. Evelien Pieters (initiatiefnemer PAF) leest de cijfers als één verhaal: niet over individuen die falen, maar over een cultuur die nog steeds uitsluit.
Vorige week werden in Vlaanderen de resultaten van het EquiLibre-onderzoek voorgesteld: zwart op wit wat velen al wisten. De cijfers bevestigen een structureel probleem van te lage erelonen en een onhoudbaar (schijn)zelfstandigenstatuut. De architectuursector verjongt en vervrouwelijkt aan de instroom, maar verliest jonge vrouwen weer snel. Eén op vijf architecten overweegt te stoppen. Mannen blijven gemiddeld 25 jaar in het vak, met uitstroom rond hun 50ste. Maar vrouwen houden het gemiddeld nog geen tien jaar vol. Rond hun 35ste haken ze af. Een verschil van anderhalf decennium. Ontluisterend. Voor iedereen die nog twijfelde, of dacht dat dit allang niet meer aan de orde is: daar is ze, de leaky pipeline.
In de reacties lag de nadruk terecht op de lage verloning en het zelfstandigenstatuut. De financiële instabiliteit van (schijn)zelfstandigheid, en de sector in zijn geheel, werpt drempels op en sluit veel mensen uit. Dat bespraken we ook tijdens de gespreksavond Who can afford to be an architect? (samengesteld door Irene Feria Prados) – toevallig, maar veelzeggend, op dezelfde avond dat het onderzoek werd gepresenteerd. De vraag wie zich dit beroep überhaupt kan permitteren, raakt aan de kern: dit is niet enkel een vrouwenkwestie, maar een systeem dat mensen met minder privileges structureel buitensluit.
Toch gaat de leaky pipeline verder dan statuten of erelonen. In dezelfde week dat het EquiLibre-onderzoek verscheen, publiceerde de Britse RIBA met de Fawcett Society het rapport Build It Together. ‘Stark displays of sexism driving women out of architecture, report finds’, kopte The Guardian. Uit het onderzoek komt een beeld naar voren van een sector waarin vrouwen nog steeds afhaken door toxische werkculturen: pesterijen, seksisme en een werkmodel dat lange, inflexibele uren beloont. Wie om flexibiliteit vraagt, krijgt minder kansen of verantwoordelijkheid. Vooral vrouwen met een migratieachtergrond voelen die uitsluiting het scherpst.
Dat beeld is niet ver van ons bed. Uit het UGent-onderzoek Zo man, zo vrouw? Gender en de creatieve sector in Vlaanderen (2018) bleek dat bijna de helft van de vrouwelijke architecten seksistische opmerkingen kreeg op het werk en één op tien ongewenste fysieke aanraking; niet over hun gehele carrière, maar enkel in het jaar voorafgaand aan de bevraging. Vrouwen ervaren dat seksisme op de werf en bij opdrachtgevers, maar ook binnen de architectenbureaus zelf.
Hilde Heynen (2012) en Carolien Vermeiren (2017) beschreven al hoe de architectuurpraktijk in Vlaanderen nog steeds gestoeld is op het beeld van de witte, mannelijke solist: een hiërarchische cultuur waarin competitie en controle de norm zijn, en samenwerking of zorg zelden als professionele kracht worden gezien. Karin Hartmann toonde in Black Turtleneck, Round Glasses (2022) hoe die canon doorwerkt in wie zichtbaar is, wie serieus genomen wordt, en hoe moederschap nog vaak als breuklijn wordt gezien in plaats van als deel van het (werkende) leven.
De parallellen zijn pijnlijk duidelijk. Wat we zien, is niet alleen een economisch probleem, maar een cultuurprobleem. Economische condities en cultuur versterken elkaar: een werkcultuur die uithouding en constante beschikbaarheid als norm ziet, sluit wie daar niet in past vanzelf uit.
We moeten we het tegelijk hebben over erelonen en statuten, én over de diepere codes die bepalen wie blijft en wie vertrekt. Over de waarden waarop we ons werk bouwen.
Bij PAF onderzoeken we hoe die cultuur anders kan. Van onderop en van binnenuit. Een praktijk waarin samenwerking, zorg en rechtvaardigheid niet de uitzondering zijn, maar het uitgangspunt. Want de echte vraag is niet enkel hoe houden we mensen in het vak? maar welke cultuur bouwen we samen?
Evelien Pieters, 28 oktober 2025
Lees ook: ‘Kunnen wij het maken? Bouwstenen voor een feministische architectuurpraktijk (PAF, 2024)